In dit deel van de zeereep startte Rijkswaterstaat in 1995 een verstuivingsproject.
Doel was om de rechte zeereep beter in het landschap te laten passen en tegelijkertijd de natuurwaarden van het achterland te verhogen.
In de zeereep werden acht sleuven gegraven (richting westnoordwest-oostzuidoost) waarlangs stuifschermen werden geplaatst. Om de verstuiving van zand vanaf het strand naar de duinen te bevorderen verwijderden bulldozers spontaan opkomende begroeiing. Alleen op plekken waar het stuivende zand overlast veroorzaakte, zoals parkeerplaatsen, fietspaden en strandopgangen, zijn (riet)schermen geplaatst en is extra helm geplant.
Al snel veranderde het landschap drastisch: de zeereep werd breder en kreeg meer relief doordat de wind diepe kuilen en kerven uitblies. Via die kerven stuift het strandzand de duinen in, plaatselijk zelfs tot 300 meter. Daardoor hoogde in 14 jaar tijd de bodem van de duinvallei maar liefst 0,3 meter op.
Ook de vegetatie verjongt zich. Op dikke, overstoven lagen hebben zich droge soorten van schrale omstandigheden gevestigd. Op vochtige plekken zijn kalkminnende soorten als Moeraswespenorchis en Addertong verschenen.
Als de extreme dynamiek problemen oplevert voor het gebruik van het achterland, grijpen Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat in. Zo zijn er begin 2011 bij paal 18 stuifschermen geplaatst, met als resultaat dat zich weer een flinke zandwal heeft gevormd.