Terug naar main

Randvoorwaarden

De opties voor dynamisch kustbeheer verschillen, afhankelijk van lokale factoren zoals waterveiligheid, bebouwing, infrastructuur of drinkwaterwinning, het type kust, milieuomstandigheden en natuurwaarden.

Waterveiligheid en andere kustfuncties

Voorop staat dat de veiligheid van het achterland niet wordt aangetast. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat er voldoende zand in de waterkering blijft. Als dat zo is, levert dynamisch kustbeheer geen gevaar op voor de waterveiligheid. Bij de aanvoer van voldoende strandzand, neemt de veiligheid juist toe. De mogelijkheden voor dynamisch kustbeheer hangen dus vooral af van de hoeveelheid beschikbaar zand:  

  • Waar de duinen smal zijn, zal al het zand nodig zijn voor de waterkering. Dynamisch kustbeheer is daar meestal niet mogelijk. Als er teveel zand verstuift, zou het 'grensprofiel' van de waterkering worden aangetast: het duin dat na stormafslag nog minimaal als waterkering aanwezig dient te zijn. Dat mag niet gebeuren.
  • Waar de duinen uit meerdere duinenregels bestaan, is er vaak meer zand aanwezig dan puur nodig is voor de waterkering. In dat geval kan er ruimte zijn voor kleinschalige dynamiek, zoals het ontstaan van ondiepe stuifkuilen. 
  • In echt brede duinen, ligt veel meer zand dan nodig voor de veiligheid. Hier is vaak ruimte voor dynamiek op grotere schaal, zoals het ontstaan van diepere kuilen of kerven. Het is hier mogelijk om het (aaneengesloten) grensprofiel in een landwaarts gelegen duin te definiëren. In dat geval kan het zand dat zeewaarts hier van ligt vrij verstuiven. De veiligheid van het achterland blijft hoe dan ook gegarandeerd.

Verder zal dynamisch kustbeheer niet altijd te combineren zijn met ander gebruik van de kust, zoals waterwinning, bebouwing en recreatie. In een vakantiepark of kustdorp zal men bijvoorbeeld niet zitten te wachten op grote hoeveelheden stuivend zand. Maar in andere gebieden is stuivend zand geen probleem of kan er rekening mee worden gehouden (zie foto hiernaast). De mogelijkheden voor dynamisch kustbeheer verschillen daarom per kusttype. Het verkennen van de opties is maatwerk. Betrokken partijen zullen per situatie moeten bespreken wat er kan en wat zij willen.

stuivend_Zand_Loffler

Kusttype

Welk type dynamiek er mogelijk is, hangt samen met het type kust: is er overwegend erosie of  groeit de kust juist aan?

Mogelijkheden
Mogelijkheden voor dynamiek, gerelateerd aan het type kust (+ mogelijk, ± afhankelijk van lokale omstandigheden, - niet mogelijk)

Invloed van suppleties

Of een kust afslaat of erodeert, hangt mede samen met de uitvoering van suppleties. De invoering van het beleid om de kustlijn te handhaven met suppleties in 1990 heeft geleid tot een trendbreuk in de ontwikkeling van de kust: van afslagkust naar stabiele kust, of lokaal zelfs aangroeikust. We vinden veel meer embryonale duinen op het strand dan voor die tijd. Bij voldoende zandaanvoer kan er zelfs een nieuwe duinenrij ontstaan.

Keerzijde is dat de 'oude' zeereep daardoor in de luwte komt te liggen en er nog maar weinig strandzand naar de duinen stuift. Daar vermindert de de dynamiek en veroudert de vegetatie. Er is weinig kans voor de vorming van ‘secundaire duinvormen' zoals een gekerfde zeereep of paraboolduinen. Paraboolduinen zijn mobiele duinen die vanuit de zeereep ‘landinwaarts' wandelen. Deze duinvormen ontstaan vanuit afslagsituaties.