Terug naar main

Typen dynamiek

Natuurlijke processen langs de kust leiden tot een diversiteit aan dynamische landschapsvormen op het strand en in de duinen. De schaal en aard van deze vormen kunnen sterk variëren.

Duinenveld

Duinenvelden kunnen ontstaan op brede zandplaten waar op grote schaal zand wordt aangevoerd. De dynamiek in deze gebieden is meestal beperkt; de duinen groeien relatief langzaam en blijven vaak vrij laag. In de valleien tussen de duinen ontwikkelt zich vaak een rijke flora dankzij de variatie in milieuomstandigheden. Een voorbeeld van zo'n duinenveld is de Hors aan de zuidkant van Texel. Duinenvelden kunnen zich ook ontwikkelen op de brede zandplaten die zijn ontstaan door menselijke ingrepen, zoals de aanleg van de Zandmotor en de pier bij IJmuiden.

De Hors, Texel
Duinenveld, De Hors, Textel

Embryonale duinen

Embryonale duinen, ook wel primaire duinen genoemd, zijn deels begroeide lage duintjes op de grens van het strand en de zeereep. Ze markeren een beginfase van duinvorming en zijn kenmerkend voor kusten die aangroeien.  De vorming van deze duinen begint vaak met overstuiving van door de zee achtergelaten materiaal zoals wier en schelpen. Biestarwegras, dat effectief zand invangt, kiemt in dit aanspoelsel en initieert de duinvorming. Zodra deze duintjes zoet water vasthouden, kan helm zich ook vestigen.  
Embryonale duinen zijn vaak tijdelijk. Bij storm kunnen ze door de zee worden overspoeld en weggevaagd, waarna het proces van duinvorming opnieuw begint. Soms groeien deze duintjes echter uit tot een nieuwe zeereep. Hierdoor komt de oorspronkelijke zeereep in de luwte te liggen, wat leidt tot minder dynamiek en mogelijk minder zandverstuiving naar de achterliggende duinen.  
Afhankelijk van de overheersende begroeiing, worden deze duinen geclassificeerd als Natura 2000-habitattype Embryonale duinen (H2110, biestarwegras dominant) of Witte duinen (H2120, helm dominant).

Beginfase van duinvorming
Vorming van een embryonaal duin
Embryonale duinen_Loffler
Embryonaal duin

Stuivende zeerepen

  • Aanstuivende zeereep. Dit type vind je vooral langs smalle stranden waar weinig ruimte is voorde vorming van embronale duinen. Hier hoopt het zand zich op tegen de voet van de zeereep of accumuleert binnen de zeereep zelf, die doorgaans dichtbegroeid is.
  • Doorstuivende zeereep. Deze zeereep bestaat uit een mix van begroeiing, stuifplekken en ondiepe kuilen. Het helmgras vormt vitale pollen; regelmatige aanstuiving van vers strandzand en zoutspray vermindert de kans op schimmels en aaltjes die helmgras kunnen aantasten. Bij dit type zeereep stuift enig zand door naar de direct daarachter liggende duinen. Dynamisch duinbeheer heeft op veel plaatsen al tot een doorstuivende zeereep geleid.
  • Gekerfde zeereep. Dit type wordt gekenmerkt door diepe stuifkuilen die soms uitstuiven tot kerven. Bij voldoende aanvoer van strandzand, stuiven er aanzienlijke hoeveelheden zand naar de achterliggende duinen, die daardoor hoger worden. Gekerfde zeerepen ontstaan vaak spontaan door minder intensief beheer, maar kunnen ook bewust worden aangelegd. Er wordt meestal vooraf afgesproken tot welke diepte de kerven mogen uitstuiven. Als een kerf te diep wordt, kunnen maatregelen zoals het plaatsen van stuifschermen of rietpoten worden toegepast om de hoogte te herstellen. De bodemhoogte van de kerven neemt landwaarts toe, wat voorkomt dat de zee direct de duinen kan binnendringen. Ook blijkt dat kerven bij storm de golven dempen, waardoor de schade door erosie vaak minder is dan in de aangrenzende zeereep.
  • Paraboliserende zeereep. Dit is een zeereep met diepe, dynamische kerven. Wanneer de wind vanaf het strand zand naar het duingebied blaast, beginnen de zandhopen te 'wandelen' door het duingebied, waarbij ze parabolische vormen aannemen. Deze duinen hebben 'armen' die in de richting van de wind wijzen en een kop die met de wind mee beweegt. Paraboolduinen, die vaak ontstaan uit afslagsituaties, behoren tot de grootste duinvormen in het Nederlandse landschap.
aanstuivende zeereep
Aanstuivende zeereep, Rijnlandse kust
Ameland-oost-krol
Doorstuivende zeereep, Ameland (foto Johan Krol)
Gekerfde zeereep Terschelling, foto Loffler
Gekerfde zeereep, Terschelling
paraboolduinen
Paraboliserende zeereep (patroon van oude paraboolduinen in Zuid-Kennemerland)

Wash-overs en Slufters

  • Een washover bestaat uit een geul in de zeereep, verbonden met een overstromingsvlakte landinwaarts. Bij stormvloeden kan de zee via deze geul de duinen binnendringen en zand en slib afzetten. Washovers kenmerken zich door veel overgangen, zoals van zoet naar zout water, van zandig naar slibrijk en van nat naar droog. Hierdoor is de diversiteit aan habitats en soorten relatief groot. Washovers zijn te vinden op enkele Waddeneilanden, zoals Oost-Ameland.
  • Een slufter is een natuurlijke doorbraak in de duinen. Bij elk getij stroomt de zee via geulen  het achterliggende gebied binnen. Tijdens stormvloed overstroomt een groter deel van de sluftervlakte, wat bijdraagt aan de regelmatige verjonging van de vegetatie. Het overstroomde gebied groeit mee met de stijgende zeespiegel, zij het beperkt. Slufters bieden een breed scala aan habitats, variërend van schorren en zilte graslanden in de lagere delen tot droge duinvegetaties aan de randen en vochtige duinvalleien op plaatsen waar grondwater uittreedt. Bekende voorbeelden van slufters zijn De Slufter op Texel en Het Zwin op de grens van Zeeland en Vlaanderen.
washover_RWS
Washovers Oost-Ameland (foto Rijkswaterstaat 1987)
Foto Slufter, Donald Adobe Stock
De Slufter op Texel (foto Adobe Stock/Donald)