Na vele jaren discussie, is er overeenstemming over een nieuwe voorkeursligging van de primaire, zandige waterkering op Terschelling. De nieuwe positie zal worden vastgelegd in een 'legger'.
Legger Terschelling
Lisa Gordeau, Rijkswaterstaat Noord-Nederland
Op de meeste plaatsen langs de Hollandse kust ligt de primaire waterkering in de zeereep. Dat betekent dat daar voldoende zand moet liggen om het achterland te beschermen tegen de zee. Tot in de jaren '80 van de vorige eeuw onderhield Rijkswaterstaat de zeereep ook op Terschelling op deze manier. Door de aanplant van helm en het schuiven met zand, zorgde Rijkswaterstaat ervoor dat er een doorgaande hoogwaterkering in stand bleef. Lisa Gordeau licht toe: ''Voor bewoners en bezoekers was het duidelijk zichtbaar dat er aan de veiligheid werd gewerkt.''
In de jaren '90, na het invoeren van het 'dynamisch handhaven kustbeleid', werd er voor gekozen om de waterkering landinwaarts te verplaatsen, in de binnenduinrand. De kering vormde een vrij kleine 'dijkring', die de meeste dorpen en de polder van het eiland omsloot. De rest van het eiland kwam buitendijks te liggen. Daardoor was het niet langer overal meer nodig een hoge, gesloten zeereep in stand te houden. Er ontstonden er mogelijkheden om meer dynamiek toe te laten in de zeereep.
Direct na het vaststellen van nieuwe waterkering, ontstond er discussie over de ligging. Er heerste op het eiland een onrust en een gevoel van onveiligheid. Gordeau: ''Men zag hoe de strak onderhouden zeereep veranderde in stuivende duinen vol gaten. Het zand stoof lokaal ver landinwaarts. Eilanders vroegen zich af tot hoever het zand mocht zand stuiven. Doordat Rijkswaterstaat zich terugtrok, nam het vertrouwen af. Daarbij speelde ook een rol dat het voor bewoners (en soms ook voor anderen) onduidelijk was wie er nou precies verantwoordelijk is voor welke taak.''
Naar aanleiding van de discussies, werd er jarenlang geprobeerd een nieuwe 'legger' vast te stellen (een document waarin de ligging is beschreven).
Gordeau: ''Maar door de onrust was er geen draagvlak. In 2011 zijn we een nieuw traject gestart, waarin we samen met alle betrokkenen op zoek zijn gegaan naar een nieuwe ligging. Er zijn 9 tracé's onderzocht, waarin de uitgangspunten van alle organisaties naar voren kwamen. De resultaten zijn voortdurend gedeeld met een werkgroep met betrokkenen en bewoners.''
De nieuwe aanpak had succes: gezamenlijk kwam men tot een voorkeurstracé. Tussen kilometerpaal 8 en 12 wordt de kering verlegd naar de zeereep, waardoor enkele recreatiekernen binnendijks komen te liggen. Ten oosten en westen hiervan komt een 'brede waterkering'. Dat wil zeggen dat het hele duingebied, van zeereep tot binnenduinrand, deel gaat uitmaken van de waterkering. Gordeau: ''Deze zone sluit naadloos aan op de basiskustlijn, waardoor er één aaneengesloten gebied ontstaat. Dat is beheerstechnisch, juridisch én morfologisch handig. Zand houdt zich nu eenmaal niet aan grenzen. We gaan het tracé nu verder uitwerken tot een detailplan, in overleg met de omgeving. We hopen dat de provincie de plannen eind 2016 goedkeurt, zodat de uitvoering snel kan starten.''