Een deel van de dijk langs de Dollard moet worden versterkt. Daarbij wordt gedacht aan de toepassing van een zogenaamde ‘brede groene dijk' in plaats van de traditionele steile asfaltdijk. Omdat voor een groene dijk erg veel klei nodig is zoekt het waterschap naar kleibronnen in de omgeving.
Pilot Brede Groene Dijk: inzetbaarheid van kwelders voor kustveiligheid langs de Dollard
Erik Jolink, Waterschap Hunze en Aa's
Het grote verschil tussen een brede groene dijk en een traditionele dijk is het talud. Waar een groene dijk een flauw talud heeft van ongeveer 1:7, is een asfaltdijk met een talud van 1:4 veel steiler. ''De toepassing van een brede groene dijk heeft veel draagvlak in de regio'', vertelt Erik Jolink, die vanuit Waterschap Hunze en Aa's betrokken is bij dijkversterkingen. ''Maar voor de aanleg ervan is enorm veel klei nodig.'', vervolgt hij. ''We hebben ons tot doel gesteld om de klei die nodig is voor dijkversterking zo dicht mogelijk uit de buurt te halen en de kleiwinning zo mogelijk te combineren met andere doelen.''
Het waterschap ziet drie mogelijke kleibronnen:
In Duitsland is een pilot uitgevoerd (bij Jadebusen) met het afgraven van 1 a 1,5 meter diepte, over een oppervlakte van 10 hectare. Opvallende uitkomst van de pilot is dat de 'kleiput', die in open verbinding staat met het wad, na tien jaar alweer voor tweederde is gevuld met klei. Opslibbing kan dus heel snel zijn, mits er een verbinding is met de zee.
Langs de Dollard start dit najaar een pilot met de aanleg van een brede groene dijk, over een lengte van één kilometer. Hiervoor wordt klei uit de drie eerder genoemde kleibronnen gewonnen. Deze aanpak dient meerdere doelen gelijktijdig, zoals het versterken van de dijken, het benutten van kwelders voor kleiwinning, het uitgraven van uitwateringsslenken die vervolgens als slibvang gaan functioneren (ter verlichting van het slibprobleem in de Eems Dollard) en het verjongen van vegetatie. ''Een mooi voorbeeld van samenwerking'', aldus Jo