Dynamisch kustbeheer is goed voor de natuur, veiligheid en recreatie. En al lijkt het een rare gedachtekronkel: ook voor de economie. Op dit moment is er volgens de natuurwetgeving maar weinig ruimte voor nieuwe stikstof uitstotende bedrijvigheid. De stikstof tast de kwaliteit van de natuur aan en belemmert het halen van internationale natuurdoelen.
De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) zoekt naar oplossingen. Hoe kunnen de natuurdoelen worden bereikt, terwijl er ook ruimte is voor nieuwe economische ontwikkeling? Dynamisch kustbeheer kan daarbij helpen, aldus Mirjam Kuzee, beleidsmedewerker bij de Provincie Zeeland.
Duinherstel, Dynamisch Kustbeheer en de Programmatische aanpak Stikstof (PAS)
Mirjam Kuzee, Provincie Zeeland
In Nederland zijn 162 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied, waaronder veel duingebieden. In die gebieden gelden Europese natuurdoel-stellingen om het oppervlak aan bepaalde leefgebieden (habitats) uit te breiden of de kwaliteit ervan te verbeteren. Niet onnodig in Nederland, want uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van 80% van onze natuur matig tot slecht is. Dat betekent dat we voor een grote opgave staan, om de natuurdoelen te realiseren.
Onderzoekers zijn nagegaan waarom de natuur er zo slecht voor staat. Zij
stelden vast dat 'stikstof' hierin een centrale rol speelt. De Nederlandse stikstofhuishouding is sterk uit balans: er is een overmaat aan stikstof. Dit komt deels via de lucht en het water in het milieu terecht. Vooral begin jaren '90 was de depositie van stikstof groot en daarvan zijn de effecten nu terug te zien in de natuur.
De depositie van stikstof versnelt de verzuring en ontkalking van de bodem. Daarbij komt er fosfaat vrij uit ijzerverbindingen. Door de fosfaat én de extra beschikbare stikstof neemt de biomassa van de planten toe, verandert de soortensamenstelling en versnelt de successie van de vegetatie: lage grassen en kruiden maken snel plaats voor struiken en bos. Verder beïnvloedt stikstof de concurrentie tussen planten. Stikstofminnende, snelgroeiende plantensoorten gaan domineren en concurreren natuurlijke voorkomende vegetatie weg. Je ziet dan bijvoorbeeld dat brandnetels, grassen of riet gaan woekeren op plaatsen waar deze normaal niet zouden groeien.
Zeldzame soorten worden daardoor steeds zeldzamer en algemene soorten nog algemener.
Er is dus een stikstofprobleem. Mirjam Kuzee van de Provincie Zeeland legt uit: "Het is momenteel lastig om volgens de Natuurbeschermingswet vergunningen voor nieuwe ontwikkelingen te verlenen. Want alle ontwikkelingen die leiden tot meer stikstof in de lucht kunnen de kwaliteit van gevoelige natuur nog verder verslechteren. Enerzijds wordt er daarom beleid ontwikkeld om de stikstofdepositie omlaag te brengen. We rijden bijvoorbeeld in steeds schonere auto's en er zijn Europese regels voor de landbouw. Anderzijds zijn we op gebiedsniveau gestart met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Dit heeft tot doel om de stikstofbelasting in Natura 2000-gebieden omlaag te brengen, zonder de economische ontwikkeling in gevaar te brengen.
Daarvoor worden er 'herstelstrategieën' vastgesteld. Dat zijn strategieën die de negatieve effecten van de hoge stikstofdepositie op de natuur moeten tegen gaan, zodat we de internationale doelen halen. En alleen als de natuurkwaliteit op orde is, ontstaat er ontwikkelingsruimte voor bijvoorbeeld gemeentes, havens en infrastructuur."
Voor de duinen heeft het kennisnetwerk OBN herstelstrategieën ontwikkeld. Kuzee: "Kern daarvan is dat de natuurlijke dynamiek moet worden teruggebracht. Alleen daarmee kan het duinsysteem duurzaam worden hersteld. Beheermaatregelen zoals maaien en plaggen zijn kortstondige 'lapmiddelen', die niet geschikt zijn voor grootschalig herstel."
De inwaai van vers stuivend zand, dat iets kalkrijker is dan het oorspronkelijk aanwezige zand, remt de accumulatie van organische stof en van verzuring. Er komt daardoor minder stikstof beschikbaar voor planten. Bovendien kan het stuivende zand ervoor zorgen dat de vegetatiesuccessie wordt afgeremd: het systeem wordt als het ware 'gereset'. Er kunnen nieuwe pioniermilieus ontstaan waar de successie opnieuw kan beginnen.
Voor de herstelstrategieën van de PAS is het belangrijk om wind en zand ver het duingebied te laten binnendringen. Volgens Kuzee vormt de zeereep daarbij vaak een barrière: "De zeereep is op heel veel plekken stabiel. We hebben jarenlang helm geplant en stuifschermen gezet en de dynamiek vastgezet. Maar om het duingebied te dynamiseren, moet ook de zeereep dynamisch zijn. Als hierin kerven en kuilen zitten, kunnen wind en zand via een soort trechters het achterland bereiken. We willen in Zeeland dan ook suppleties en het beheer van de zeereep en duinen zoveel mogelijk aan elkaar koppelen, om tot een maximaal duurzaam systeem te komen."
Kuzee benadrukt dat dat niet alleen de natuurkwaliteit verbetert. Het beheer van duinen en zeereep is naar verwachting ook goedkoper dan nu. Bovendien kan een dynamisch duingebied waar zand instuift meegroeien met de stijgende zeespiegel. Een mooi voorbeeld van adaptief beheer, volgens Kuzee. Ze verwacht dat ook recreanten de 'spektakelkust' zullen waarderen. Het duingebied wordt misschien toegankelijk vanaf het strand en 'lopende duinen' zijn uniek in Nederland. En last but not least: een opener landschap gaat teken tegen. En dat is op dit moment een groot probleem in de duinen.
Momenteel ligt er een voorstel waarin de herstelstrategieën voor de Zeeuwse duinen zijn uitgewerkt. Provincie Zeeland wil hiervan een gedegen kosten-baten analyse maken. Bovendien wordt er een communicatietraject gestart. Kuzee: "Tot nog toe zijn de betrokken ambtelijke partijen enthousiast.
Maar natuurlijk is het essentieel wat de burger er van vindt. We gaan in gesprek, niet alleen over natuur, maar ook over veiligheid, geld en recreatie. We weten ons gesteund door het bedrijfsleven: want in ruil voor de herstelmaatregelen krijgen zij ruimte voor ontwikkeling.