In 25 jaar tijd heeft het landschap tussen kilometerpaal 15 en 20 een metamorfose ondergaan. Waar de zeereep eerst dicht begroeid was met helm, werden halverwege jaren '90 maatregelen genomen om verstuiving te stimuleren. Anno 2016 liggen er kerven in de zeereep, en stuift er volop zand vanaf het strand naar de duinen.
Ontwikkeling van dynamiek tussen paal 15 en 20
Ernst Lofvers, Rijkswaterstaat Noord-Nederland
Alvorens in te zoomen op de dynamische kust tussen kilometer 15 en 20, licht Ernst Lofvers toe hoe de morfologie van Terschelling wordt bepaald door grootschalige processen in het Waddensysteem, zoals zeespiegelstijging en getijstromingen. Deze processen bepalen, in combinatie met menselijke ingrepen zoals de afsluiting van de Zuiderzee en het Lauwersmeer, de sedimenthuishouding van het Waddengebied.
In het zeegat tussen Terschelling en Vlieland treedt sterke erosie van de buitendelta op. Daarbij migreren de geulen en 'draait' de buitendelta richting Terschelling. Dat heeft tot gevolg dat er veel zand naar de westpunt van het eiland wordt gevoerd. Er ligt een grote, losliggende plaat, die in de toekomst zal gaan vergroeien met Terschelling, zoals dat ook ooit met de Noordsvaarder gebeurd is. Stromingen transporteren het zand naar het oosten en voeden daarmee de kust.
In dit kustdeel is halverwege jaren '90 een groot verstuivingsproject gestart, onder de naam 'landschappelijke inpassing van de zeereep'. Er werden sleuven gegraven en stuifschermen geplaatst, die zoveel mogelijk zand landinwaarts moesten 'sturen'. Aan de landzijde plantte Rijkswaterstaat helm in, om te voorkomen dat het zand te ver landwaarts zou doorstuiven. De maatregelen hadden snel effect: er ontstond een voor Nederland uniek stuivend duingebied. In de duinen vormde zich een bel met zoetwater, dat aan de randen ervan als kwelwater uittreedt. Echter niet iedereen was blij met de ingreep. Lofvers vertelt: ''Veel overleg met bewoners was er niet geweest en het zand stoof wel erg hard. Duingraslanden verdwenen onder het zand en men was bang dat het zand ook achter de duinen liggende akkertjes zou overstuiven.''
Tijdens de 'Sinterklaasstorm' in 2013 drong het zeewater de duinen binnen. Daarbij bleef een plas water in de duinen en op het strand achter. Lofvers: ''Het zeewater bleef staan op het grondwater, dat heel hoog stond in die periode. Maar het zoute water stroomde al snel via een laagte weg, en al na een week proefden we nauwelijks nog zout water.''
Voor veel eilanders was het binnenstromen van de zee de laatste druppel. Ze vroegen zich af of hun eiland wel intact zou blijven. Werden de zoetwaterbel en de cranberry's niet bedreigd? En tot welke grens mocht het verstuiven van zand gaan? Om verdere verstuiving va enkele lage delen te voorkomen, zijn in enkele stuifkuilen takkengeplaatst.
Volgens Lofvers biedt de nieuwe legger (zie Gordeau) een uitkomst om de grenzen aan de dynamiek duidelijk vast te leggen. De randvoorwaarden worden in overleg met belanghebbenden vastgesteld. Op dit moment bouwt de kust van Terschelling jaarlijks 7 meter uit en groeien de duinen aan. ''Maar het blijft natuurlijk zaak om de ontwikkelingen nauwlettend te blijven volgen en met de bevolking te blijven communiceren,'' aldus Lofvers.