In 2010 werd de Voornse kust omgevormd van zwakke schakel naar sterke waterkering met een extra rij duinen en een breed strand. Bij de versterking werd natuurherstel van de bestaande duinen direct meegenomen. De wind geeft het landschap verder vorm.
Dynamisch kustbeheer Voorne
Kees Bekker en Huibert van Rossum, waterschap Hollandse delta
Een groot deel van de kust van Voorne is van nature onderhevig aan zware erosie. Om de veiligheid te handhaven zijn sinds 1970 diverse zandsuppleties uitgevoerd om het strand op te hogen en de duinen te versterken. De grootste suppleties vonden plaats in 1987 (3 miljoen m3 zand) en in 2010 (ruim 2 miljoen m3 zand).
Het in 1987 gebruikte zand kwam vrij bij het graven van de havens op de maasvlakte. Dit zand bevatte vrij veel slib, wat gevolgen had voor de vegetatie. Waar in natuurlijke zeerepen helmgras floreert, raakte de aangelegde 'zanddijk' al snel begroeid met soorten als duindoorn, brandnetel en vlier.
Toen de kust in 2010 opnieuw moest worden versterkt, is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in het kader van natuurherstel de slibrijke laag te verwijderen. Voor de versterking is zeewaarts van de bestaande duinen een grote hoeveelheid Noordzeezand opgespoten. Op het buitentalud van het zand werden stengeldelen van helm ingeëgd en verder was het aan de wind, om het dynamische landschap te vormen.
Om een vinger aan de pols te houden, monitoren het waterschap en Natuurmonumenten (beheerder van de achterliggende duinen) de ontwikkelingen nauwlettend. Zij volgen onder andere de ontwikkeling van het kustprofiel, de grondwaterstand en de ontwikkeling van de vegetatie, waaronder het aantal vindplaatsen van de beschermde groenknolorchis.
Uit de monitoring blijkt dat het profiel van de kust verandert maar dat dit geen reden vormt om in te grijpen. Ook is de grondwaterstand iets gestegen en kwelt er meer grondwater op in de duinvalleien.
Er zijn verschillende zones ontstaan, parallel aan de zeereep. Aan de zeezijde ligt een strook dynamische duinen, deels begroeid met helmgras en vol stuifgaten. De strook landwaarts daarvan ligt lager en ligt vol schelpen, die verdere verstuiving belemmeren. Nog verder landwaarts ligt de oude zeereep. De slibrijke toplaag met dichte vegetatie heeft plaatsgemaakt voor spaarzaam begroeid stuivend zand. Aan de binnenzijde van de zeereep 'wandelt' het zand de duinen in en bedelft de aanwezige vegetatie. Volgens Natuurmonumenten, beheerder van de achterliggende duinen, is dat een gewenst proces. Het stuivende zand stopt het dichtgroeien van het duin met struiken en creëert nieuwe groeiplaatsen voor zeldzame 'pioniersoorten'. Voor sommige bestaande waardevolle gebieden kan teveel stuivend zand echter een bedreiging vormen, zoals voor de Schapenwei waar de beschermde groenknolorchis groeit. Het vinden van een balans tussen 'ontwikkelen' en 'behoud' is soms lastig.
Welke gevolgen de dynamiek precies heeft voor de ecologie van het hele gebied is nog niet duidelijk. Door middel van de nauwlettende monitoring ontstaat hierin echter steeds meer inzicht en is het mogelijk om in te grijpen mocht dat nodig zijn.