Terug naar main

Dynamiek in de kustzone: inventarisatie van beheer

Sinds ongeveer 25 jaar worden veel duinen langs het strand ‘dynamisch’ beheerd. Hoeveel dynamiek wordt er op dit moment toegelaten en welk belang heeft het stuivende zand voor de veiligheid, voor de natuur of voor allebei?

Presentatie 09 november 2018

Moniek Löffler (Bureau Landwijzer) en Cees-Jan van Westen (Rijkswaterstaat, WVL)

Stuivend zand is belangrijk voor het op sterkte houden van de zandige waterkering (korte termijn) en het in evenwicht houden van het ‘kustfundament’ met de zeespiegelstijging (lange termijn). Verder draagt verstuiving bij aan ecologische en landschappelijke variatie. Bij het opstellen van de – niet in uitvoering genomen – Beleidslijn voor de Kust kwam de vraag naar voren hoeveel zand er eigenlijk voor bovengenoemde doelen ‘zou moeten’ doorstuiven. Deze vraag is ook relevant in het kader van vergunningverlening voor bouwwerken op het strand.

Regiobezoeken

Om hierin meer inzicht te krijgen is in 2017 de toelaatbare dynamiek langs de kust geïnventariseerd, alsmede het belang van die dynamiek voor natuur of veiligheid. Dit project borduurde voort op een eerdere verkenning uit 2015. Voor de inventarisatie werden de vier kustregio’s bezocht, om input te verzamelen van waterkeringbeheerders, natuurbeheerders, provincies en een enkele gemeente. Voor elke regio (Noord-Nederland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland) werd een tabel opgesteld, waarin per kilometer kust is aangegeven hoeveel dynamiek er wordt toegelaten, welk belang het stuivende zand heeft en – eventueel – welke aspecten er spelen bij het toelaten van dynamiek.

Toelaatbare dynamiek

De toelaatbare dynamiek is gebaseerd op het huidige beleid. Uit de inventarisatie volgt dat langs circa een kwart van de Nederlandse kust geen instuiving wordt toegelaten, omdat daar bv boulevards of dammen liggen. Langs een kwart van de kust is de instuiving beperkt tot de zeereep (bv omdat er infrastructuur achter ligt), langs 40% wordt instuiving tot voorbij de zeereep toegelaten en langs 10% is er sprake van maximale dynamiek (vooral op de Waddeneilanden).

Belang van verstuiving

Tijdens de regiobezoeken is ook het belang van verstuiving geïnventariseerd: voor veiligheid, voor natuur, of voor allebei. Langs het grootste deel van de kust (41%) heeft instuiving zowel een doel voor (langetermijn) veiligheid als voor de natuur.

Langs 25% van de kust heeft instuiving een direct doel voor het op orde houden van de zandige waterkering, langs 14% dient de instuiving vooral de natuur en voor het overig deel van de kust (waar instuiving ontoelaatbaar is), is het belang niet relevant.

Discussie/ aanbevelingen

Enkele discussiepunten en aanbevelingen die tijdens de regiobezoeken naar voren kwamen:

  • Maak onderscheid tussen dynamisch kustbeheer en dynamiek. Dat is niet hetzelfde en maakt de discussie soms erg verarrend.
  • Gaat het om instuiving voorbij de zeereep of voorbij de waterkering?
  • Hoe ga je om met embryonale duinen?
  • Hoe ga je om met bebouwing en verstuiving?
  • Wat is het interventiemoment: tot hoever laat je dynamiek gaan?
  • Wat kan dynamisch kustbeheer betekenen op lange termijn (systeemdenken)