Terug naar main

DuneForce

Het project Duneforce richt zich op de interactie tussen zee, strand en duinen en op de sedimentfluxen tussen deze zones. Er wordt een model voor landschapsontwikkeling ontwikkeld, dat het beheer en beleid van de kust kan ondersteunen.

Presentatie 04 september 2019

Sierd de Vries, TUDelft

Duneforce

"Het recent gestarte project Duneforce richt zich op de ontwikkeling van een kennisbasis voor het kustgebied. Hiervoor gaan we onder andere nieuwe en bestaande kennis over de morfologie en ecologie integreren met de fysica’’, vertelt Sierd de Vries van de TUDelft. ‘’Verder ontwikkelen we een kwantitatief model dat de ontwikkeling van het landschap kan voorspellen. Onze insteek is dat er zo tools ontstaan die beslissingen over kustbeheer en interventies in het kustsysteem kunnen onderbouwen. Maar zover is het nog lang niet!’’

Wetenschappelijke vragen

DuneForce richt zich op de interactie tussen de subsystemen water, strand en duinen. Het gaat daarbij vooral om de grenzen daartussen en om sedimentfluxen van de ene zone naar de andere.

In Duneforce staan de volgende wetenschappelijke vragen centraal:

  • Welke combinatie van processen bepaalt de grootte van sedimentfluxen over de waterlijninterface?
  • Welke combinatie van processen bepaalt de sedimentfluxen over de strand-duininterface?
  • Kan een kwantitatief model gebaseerd op deze processen de onzekerheden die belangrijk zijn voor eindgebruikers beschrijven?

Methode

De Vries: ‘’We doen op 6 plekken onderzoek, waarvan er 2 ‘echt in het veld’ liggen (op de Zandmotor en Terschelling). De andere locaties zijn de Kop van Schouwen, Meijendel, de Hondsbossche Duinen en Texel. We leggen de focus daarbij vooral op de overgangen tussen de systemen: dus de waterlijn interface en de strand/duin interface. Daarvoor én voor de modelontwikkeling zijn aparte onderzoekers aangesteld.’’

Vroege resultaten

"De onderzoekers hebben al enkele prille resultaten. Voor de waterlijn interface is een analyse van Jarkus profielen uitgevoerd, over een periode van 40 jaar. Hieruit blijkt dat het duin aangroeit en dat zich een 2e duinenrij ontwikkelt.

Voor de strand/duin interface wordt onder andere onderzoek gedaan met drones. Er zijn al mooie beelden binnen, waarmee je goed kunt zien hoe individuele duinen een duingroep vormen.

Het model vormt het numerieke raamwerk voor het beschrijven van de fysische processen. De essentie van de modelontwikkeling komt er op neer dat de kust wordt ingedeeld in vakjes, afhankelijk van vochtgehalte en zandtransport. Veldgegevens dienen ter kalibratie en aanpassing van het model.

Met het model (AEOLIS) kan de  ontwikkeling van het landschap worden gemodelleerd. De eerste resultaten laten de invloed van helmbegroeiing op de accumulatie van zand zien. We hopen met het model een brug tussen wetenschap en praktijk te slaan."