Dynamisch Kustbeheer

Deltaproof

Rijkswaterstaat

Stowa

Mogelijkheden in verschillende kusttypen

De mogelijkheden voor dynamisch kustbeheer hangen af van het type kust. Voor de veiligheid bijvoorbeeld maakt het nogal uit of een stuifkuil ontstaat in de zeereep langs brede duinen of in een enkele duinregel voor een kustplaats. Onderstaande tabel laat zien welke vormen van dynamiek er mogelijk kunnen zijn in verschillende typen kust. Het is aan de betrokkenen om samen af te spreken welk type dynamiek zij willen. Dat hangt van meer factoren af dan veiligheid en is maatwerk.

 tabel mogelijkheden

Toelichting op kusttypen:

Eilandkop

noordvaarder eilandkopDit is het (meestal westelijke of zuidwestelijke) uiteinde van een Waddeneiland, waar zand wordt aangevoerd dat afkomstig is van de buitendelta. Wie vanaf grote hoogte naar de Waddeneilanden kijkt, ziet dat deze eilandkop vaak het breedste deel van het eiland is. Eeuwenlange processen van aangroei en afslag bepalen hier de ontwikkeling. Bijzonder aan de eilandkop is dat er binnen deze langetermijn ontwikkeling een kortere cyclus van aanzanding en erosie optreedt. Zo'n cyclus duurt vaak een halve eeuw tot meer dan een eeuw, waarbij nu eens geulen de kust doen afslaan en dan weer grote zandplaten dit verlies ongedaan maken. Vaak is het strand na de aanlanding van zo'n zandplaat een tijd heel breed, zoals nu bij Noordwest-Ameland en Schiermonnikoog.

Eilandstaart
eilandstaart ameland oostEen eilandstaart is te vinden in het oostelijke deel van veel Waddeneilanden. In tegenstelling tot de eilandkop vindt hier geen directe zandaanvoer vanuit de buitendelta plaats. Daardoor is er minder zand beschikbaar. Een eilandstaart bestaat uit een kaal, dynamisch zandstrand, waar perioden van aangroei en afslag elkaar afwisselen. Het gedrag van deze ‘kwispelende' staart hangt sterk samen met de (cyclische) bewegingen van de geulen in het ernaast gelegen zeegat. De wind waait zand op tot embryonale duintjes op het strand. Als er voldoende zand is, worden de strandduintjes steeds breder en groeien uiteindelijk aan elkaar tot een gekerfde zeereep. In de luwte van de zeereep vormt zich vaak een kwelder.

Smalle duinen
Dit zijn duinen met een breedte tot enkele honderden meters. Hoe breed precies, is afhankelijk van het gebied en is niet exact aan te geven.

Brede duinen
brede duinenBrede duinen zijn honderden meters tot kilometers breed; er is veel meer zand aanwezig dan nodig is voor de veiligheid. Achter de afslagzone, het grensprofiel en de reservestrook ligt duingebied dat formeel niet 'meetelt' voor de veiligheid. 
(Natuurlijke) aangroeikusten: Dit zijn kustdelen waar op een natuurlijke wijze zand wordt afgezet en die daardoor zeewaarts aangroeien, of kustdelen die kunstmatig zeewaarts uitgebreid zijn. Voorbeelden: Noordwestkust van Goeree, de Zandmotor bij Delfland.

Kustplaatsen
Dit zijn kustplaatsen met een boulevard (zoals Bergen/Egmond, Zandvoort, Noordwijk, Katwijk, Scheveningen, Kijkduin, Domburg, Vlissingen) en kustplaatsen die van de zee zijn gescheiden door een smalle duinenrij (zoals Callantsoog, Oostkapelle, Zoutelande, Cadzand-Bad, Breskens).

Dammen en dijken in zand
veerse gatdamDit zijn dammen en dijken die zijn versterkt met zand of waar spontaan zand is aangestoven. In sommige gevallen vormt het zand nieuwe duinen op de dam. Voorbeelden: Ter Heijde, Noordwijk, Nieuwvliet-Groede, Breskens-Oost, Veerse Gatdam, Brouwersdam.

 

Aansluitconstructies tussen dijken en havenhoofden en duinen
Dit zijn duinen die aansluiten op dijken of havenhoofden. Dit zijn vanuit veiligheidsoogpunt kwetsbare locaties. Voorbeelden: Schoneveld, Cadzand-Oost, Helderse zeewering, Hondsbossche Zeewering, Pettemer Zeewering.